Heb je soms de angst dat je op een gegeven moment door de mand valt en collega’s of leidinggevenden eindelijk doorhebben dat je eigenlijk niets kan? Dan heb je te maken met het imposter syndroom. Één van de meest voorkomende angsten die mensen hebben, dus als je dit herkent, ben je eigenlijk supernormaal ;-). Maar wat is het imposter syndroom nu, hoe herken je het en vooral, wat kan je eraan doen? Je ontdekt het allemaal in deze blog!
Het stemmetje in je hoofd
Het imposter syndroom is een psychologisch fenomeen waarbij mensen, ondanks een succesvol traject, het gevoel hebben dat ze bedriegers zijn en niet verdienen wat ze hebben bereikt. Hoe hoger opgeleid, hoe sterker de imposter-gevoelens vaak zijn. Ook mensen die te maken hebben met perfectionisme, zullen vaker te maken hebben met het imposter syndroom.
Hoe herken je het imposter syndroom?
- Je schrijft successen toe aan geluk, toeval of andere externe factoren in plaats van je eigen capaciteiten.
- Je ervaart vaak gevoelens van twijfel, angst en onzekerheid over je prestaties.
- Je hebt het gevoel elk moment ontmaskerd te kunnen worden en dat mensen ontdekken dat je niet zo slim of getalenteerd bent.
- Je vermijdt uitdagingen uit angst om ‘ontmaskerd’ te worden.
- Je denkt dat iedereen kan wat jij kan, dat het niet moeilijk is.
Het imposter syndrome komt vaak voor bij mensen die succesvol zijn in hun vakgebied, zoals professionals, academici, artiesten en ondernemers. Het gevoel verdwijnt niet naarmate het level van succes toeneemt, want zelfs Michèle Obama en Oprah hebben al verteld over hoe zij het imposter syndroom ervaren.
Het is belangrijk op te merken dat het impostor syndroom geen officiële psychische aandoening is, maar eerder een ervaring of gemoedstoestand die veel mensen op verschillende momenten in hun leven kunnen ervaren.
Ook al ben je zeker niet de enige die te maken heeft met het imposter syndroom en is het geen officiële psychische aandoening, het is wel belangrijk om het te erkennen en ermee om te leren gaan. Want de mogelijke gevolgen als je dat niet doet, zijn niet mals en het risico op een burn-out is reëel. Zo kan je te veel werken om jezelf elke keer ‘te bewijzen’ of je volle potentieel niet benutten om niet ‘ontmaskerd’ te worden.
Wat kan je eraan doen?
Eerst en vooral helpt het al om te weten dat die gevoelens normaal zijn, dat je niet de enige bent die ze ervaart en dat het een naam heeft. Zo kan je de volgende keer wanneer je die gedachten voelt opkomen ze loskoppelen van jezelf. “Ah, mijn imposter syndrome komt zich weer eens moeien”, zou je dan bijvoorbeeld kunnen denken wanneer je het gevoel de kop op voelt steken.
Wat kan je verder nog doen aan het imposter syndroom?
- Een lijst maken van alles wat je al verwezenlijkt hebt. Wat heb je in je (professionele) leven al goed of succesvol gedaan?
- Erover praten. We denken vaak dat we de enige zijn die met zulke gevoelens zitten, maar het tegendeel is waar. Door erover te praten ontdek je dat je niet alleen bent en zullen anderen je dankbaar zijn dat jij het onderwerp aanbrengt.
- Maak eens een CV over jezelf in de derde persoon. Zou je die persoon capabel vinden voor het werk dat jij doet? 😉
- Buig je gedachten om van negatief naar positief. In plaats van “Ik kan niks en binnen de kortste keren zullen ze dat wel ontdekken” kan je gaan naar “Ik ben bekwaam en kan taken aan die naar mij komen.” of “Ik verdien mijn successen.”
- Minimaliseer je eigen kwaliteiten niet. Denk niet dat wat jij doet en kan gemakkelijk is en dat iedereen dat kan.
- Diskwalificeer het positieve niet en schap “ja, maar” uit je vocabulaire. Wanneer je een compliment krijgt over je werk, neem het dan aan en ga het dus niet minimaliseren door er “ja, maar” aan toe te voegen.
Wat ook helpt, is jezelf en je talenten beter leren kennen en ontdekken of je nog op de juiste plaats zit. Mijn Loopbaan Reflectie Worksheets zijn daar de perfecte tool voor! Je ontdekt ze hier.